Sinds de vroege middeleeuwen waren er in vele Nederlandse steden Latijnse scholen. In de loop van de negentiende eeuw werden deze omgevormd tot gymnasia. Daarvan zijn er uiteindelijk zo'n 80 in Nederland geweest. Bij de invoering van de mammoetwet (1968) is de helft van de groep opgegaan in een scholengemeenschap. Sindsdien zijn er 38 zelfstandige gymnasia over. Naast de zelfstandige gymnasia bestonden er gymnasiale afdelingen verbonden aan een scholengemeenschap. De 38 gymnasia hebben tezamen bijna 28.000 leerlingen. Dat betekent ongeveer 750 leerlingen per school.
Zie voor meer informatie:
Landelijke Ouderraad Zelfstandige Gymnasia: www.lozg.nl
Stichting Het Zelfstandige Gymnasium: www.gymnasia.nl
De Latijnse school te Delft
Volventibus Annis
Het Christelijk Gymnasium is in 1897 opgericht. De geschiedenis van de school is uitgebreid beschreven in Volventibus Annis (1997) ter ere van het honderdjarige lustrum van de school. De auteur is drs. F.G.W. Schouten, voormalig conrector en docent klassieke talen van het Christelijk Gymnasium.
Ook op wikipedia is het een en ander te vinden over de geschiedenis van het Christelijk Gymnasium.
Het eerste pand stond aan de Breedstraat.
In 1900 verhuisde de school voor de eerste keer en wel naar een pand gelegen op de hoek van de Boothstraat en het Janskerhof.
Boothstraat
Pas in 1932 werd dit pand verruild voor het gebouw aan de Diaconessenstraat. Tot halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw was de capaciteit van het gebouw voldoende om alle leerlingen te kunnen herbergen. Wel zijn er in de loop van de tijd aanpassingen gedaan. Zo zijn bijvoorbeeld de zolder en de kelder gedeeltelijk verbouwd tot lesruimtes en is de aula als gymzaal gebruikt.
Vanaf 1985 blijkt het gebouw toch te klein te worden. Het leerlingenaantal is inmiddels tot boven de vierhonderd gestegen. Als tussenoplossing worden lesruimtes in de nabije omgeving gehuurd. In eerste instantie in de Bijlhouwerstraat (1985) in het huidige gebouw van de economische faculteit, in tweede instantie in een historisch pand aan de Doelenstraat (in 1991 achter de Twijnstraat).
De groei van de leerlingenpopulatie dwong echter tot een meer structurele oplossing en die werd in 1992 gevonden door de aankoop van de Paus Adriaan School (de "PAS") aan de Oudegracht. Dit gebouw heeft tot 2007 dienst gedaan als nevenvestiging op loopafstand van het hoofdgebouw. De school kon in een aantal jaren doorgroeien naar 650 leerlingen.
Rond de eeuwwisseling bedroeg het aantal leerlingen echter al 750. Opnieuw bleek de capaciteit onvoldoende en moest er dus nagedacht worden over de huisvestingssituatie. In eerste instantie werd gedacht aan het verbouwen en uitbreiden van de beide schoolgebouwen. Ten gevolge van een noodzakelijke renovatie van de zolder van de Diaconessenstraat in verband met geconstateerde asbest werd als tussenoplossing in 2004 een verdieping gehuurd op de Campus van het University College op het voormalige terrein van de Kromhout kazerne aan de Prins Hendriklaan. Hier kreeg de school voor de eerste keer te maken met echte dislocatieproblematiek omdat deze plek op 10 minuten fietsen van de Diaconessenstraat lag. Deze situatie met drie gebouwen heeft uiteindelijk drie jaar geduurd. In deze periode zijn verschillende plannen gemaakt om tot een betere huisvestingssituatie te komen. Er is een ambitieus plan gemaakt waarbij het gebouw aan de Diaconessenstraat ingrijpend verbouwd en uitgebreid zou worden. Zo zou er een extra toren aan de voorzijde worden gebouwd en zou het gehele schoolplein met glas overkapt worden. Dit plan bleek uiteindelijk financieel niet haalbaar. Daarnaast is er een plan gemaakt waarbij de PAS ingrijpend verbouwd zou worden. Het gebouw zou volledig gesloopt worden op de voorgevel na en worden herbouwd met op het dak een extra gymzaal. Ook dit plan is om verschillende redenen, maar met name om financiële redenen, afgewezen. Vervolgens is de school bezig geweest om op de Laan van Puntenburg het gebouw tegenover de "inktpot" en naast het NS hoofdgebouw aan te kopen en te renoveren. Ook hiervoor is een uitgebreid plan ontworpen. Uiteindelijk bleek het gebouw te klein om de gehele school in te huisvesten. Tot overmaat van ramp bleek de toenmalige huurder, basisschool de Twijn, niet bereid om te verhuizen. De renovatiekosten van met name het authentieke glaswerk en de noodzakelijke geluidsisolatie bleken zo hoog te worden dat ook dit project geen doorgang kon vinden.
In 2006 telde de school al meer dan 800 leerlingen. De locatie aan de campus werd verruild voor het huidige gebouw aan de Koningsbergerstraat. Dit gebouw was vrij plotseling verlaten door het voormalige de Bruijne Lyceum dat in 2006 werd opgeheven en volledig is opgegaan in het Amadeuslyceum, gehuisvest in Leidse Rijn. Er is toen een plan gemaakt om het Christelijk Gymnasium op te splitsen in twee min of meer onafhankelijke vestigingen met een volledig programma-aanbod. Daartoe is het gebouw aan de Koningsbergerstraat in 2007 gedeeltelijk gerenoveerd en is de PAS verkocht. In augustus 2010 is hieraan een einde gekomen. De school is sindsdien net zoals in het prille begin weer in één gebouw gehuisvest.
De aula in de Koningsbergerstraat
En nu...
De geschiedenis mag duidelijk maken dat er feitelijk al sinds 1985 een onbalans is tussen de onderwijsvraag en de capaciteit op het Christelijk Gymnasium. Deze problematiek staat niet op zichzelf. Bijna alle zelfstandige gymnasia ondervinden vergelijkbare problemen door een grote groei van het leerlingenaantal sinds de negentiger jaren van de vorige eeuw. Het Christelijk Gymnasium telt momenteel circa 970 leerlingen. Door de recente aanbouw zal de school de komende schooljaren iets kunnen groeien, naar, over zes jaar, een totaal van 1050 leerlingen. Er is gekozen voor een geleidelijke groei, met iets kleinere brugklassen. Als er toch meer aanmeldingen zijn dan wij kunnen plaatsen, zal deelgenomen worden aan de centrale Utrechtse loting.